Toon/verberg
een voorbeeldberekening van de verkoopprijs...Home > Margeregeling
De margeregeling voor gebruikte (tweedehands) goederen houdt in dat een handelaar bij de levering van gebruikte goederen slechts omzetbelasting verschuldigd is over het verschil tussen zijn verkoopprijs en zijn inkoopprijs (zijn winstmarge). De margeregeling kan alleen worden toegepast op goederen die de handelaar heeft ingekocht zonder dat hij over die inkoop omzetbelasting kon aftrekken.
De margeregeling wordt met name toegepast bij goederen ingekocht van particulieren en ook weer verkocht aan particulieren, bijvoorbeeld tweedehands auto's, fietsen, muziekinstrumenten, kunst en antiek.
Bij de margeregeling dient de winstmarge te worden vastgesteld per individueel goed. Bij artikelen die onder het hoge BTW-tarief vallen, wordt de btw die de handelaar bij een transactie dient af te dragen wordt als volgt berekend: (Verkoopprijs - inkoopprijs) * 19/119
Als de winstmarge negatief is (als er verlies wordt geleden op de verkoop) bestaat er geen recht op teruggaaf van omzetbelasting. Bij handel in goederen die onder de globalisatieregeling vallen is echter wel de mogelijkheid negatieve te compenseren met positieve winstmarges.
Als een handelaar een gebruikt goed eerst repareert, heeft dat geen effect op de winstmarge. Kosten voor reparatie of restauratie kunnen dus niet op de winstmarge in mindering worden gebracht.
Bij de globalisatie methode mogen handelaren de winstmarge per tijdvak van aangifte vaststellen. De winstmarge is dan het verschil tussen het totaal van alle inkopen en het totaal van alle verkopen. Bij artikelen die onder het hoge BTW-tarief vallen, wordt de BTW die de handelaar over een tijdvak dient af te dragen als volgt berekend: (Verkopen over tijdvak - Inkopen over tijdvak) * 19/119
Ook bij globalisatie geldt dat géén teruggaaf van omzetbelasting wordt verleend als de winstmarge van een bepaald tijdvak negatief is, maar een negatief saldo kan wel gecompenseerd worden met een positief saldo in een volgend aangiftetijdvak van hetzelfde kalenderjaar.
Na afloop van het jaar worden alle winstmarges gesaldeerd en wordt dus de jaarwinstmarge berekend. Is hierover minder omzetbelasting verschuldigd dan is afgedragen, dan kan de handelaar het verschil terugvragen. Is de jaarwinstmarge negatief, dan kan de handelaar een beschikking aanvragen om de negatieve jaarwinstmarge te verrekenen met een positieve jaarwinstmarge van een volgend jaar.
Er zijn een aantal goederen waarop de handelaar globalisatie mag toepassen: vervoermiddelen, kleding, meubelen, boeken, muziekinstrumenten, foto- film- en videoapparatuur, huishoudelijke, elektrische en elektronische apparaten, huisdieren, kunst en antiek. Voor andere goederen kan een handelaar schriftelijk verzoek indienen om globalisatie te mogen toepassen.
Let op! Omdat globalisatie voordeliger voor handelaren is, werkt de margeregeling in SnelStart volgens globalisatie en niet volgens de individuele margeregeling.
Bij de margeregeling gelden de volgende verplichtingen:
De inkoop van de goederen die u met de margeregeling kunt verkopen moet u gescheiden houden van de overige inkopen.
De verkoop van de goederen waarop u de margeregeling toepast, moet u gescheiden houden van de overige verkopen.
U moet uw administratie zo voeren dat u aan de hand daarvan de winstmarge per goed kunt vaststellen. Bij globalisatie is dit niet verplicht. Bij globalisatie moet de winstmarge per aangiftetijdvak vastgesteld worden.
Op de factuur mag voor de goederen die onder de margeregeling vallen géén BTW vermeld worden, ook niet Btw-nultarief. Staat er wel btw vermeld op een factuur, dan gaat de fiscus ervan uit dat voor de betreffende levering(en) geen gebruik is gemaakt van de margeregeling.
Een handelaar moet bij de aankoop van gebruikte goederen van een particulier een inkoopverklaring uitreiken waarop o.a. het ingekochte artikel duidelijk omschreven wordt en het aantal en de prijs wordt vermeld (zoals op een normale factuur) plus een verklaring van de leverancier dat deze ter zake van de eerdere levering aan hem in het geheel geen omzetbelasting in rekening heeft gebracht. Deze verklaring moet door de leverancier ondertekend worden.
De handelaar die een gebruikt voertuig inkoopt
mag het in de winstmarge begrepen bedrag aan omzetbelasting niet aftrekken.
Als de handelaar daar moeite mee heeft, kan hij de handelaar die het voertuig
verkoopt vragen de toepassing van de margeregeling achterwege te laten.
Wordt de margeregeling achterwege gelaten, dan is de handelaar die het
gebruikte voertuig verkoopt over het volledige verkoopbedrag omzetbelasting
verschuldigd. Wil hij op die levering dezelfde winst maken als bij de
margeregeling, dan zal hij een andere prijs moeten berekenen.
Toon/verberg
een voorbeeldberekening van de verkoopprijs...
Let op! Als bij toepassing van globalisatie wordt afgezien van de margeregeling, moet de boeking van de inkoop waarop de margeregeling is toegepast gecorrigeerd worden, want de inkoop van dat artikel mag niet meegenomen worden in de globalisatie berekening. SnelStart voert deze correctie automatisch uit.
De margeregeling voor gebruikte goederen
werkt binnen de EU over de grenzen heen.
U kunt dus binnen de EU goederen inkopen en verkopen onder de margeregeling.
Als de margeregeling wordt toegepast, betekent dit dat:
de wederverkoper de btw over de winstmarge voldoet op aangifte;
de wederverkoper geen btw apart in rekening brengt bij de afnemer;
de ondernemer die de goederen afneemt, geen recht heeft op aftrek van voorbelasting;
de regels voor intracommunautaire transacties niet mogen worden toegepast.
Let op! Als u de margeregeling niet wilt toepassen, gelden uiteraard de normale regels voor intracommunautaire transacties.
De margeregeling geldt ook voor leveringen
van gebruikte vervoermiddelen.
Voor transacties met andere EU-landen geldt een vervoermiddel pas als gebruikt
goed, als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
voor landvoertuigen (met een motor van meer dan 48 cc cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan 7,2 kW): het voertuig moet ouder zijn dan zes maanden of moet meer dan zesduizend kilometer hebben gereden;
voor boten (met een romplengte van meer dan 7,5 meter): de boot moet ouder zijn dan drie maanden of moet meer dan honderd uur hebben gevaren;
voor luchtvaartuigen (met een opstijggewicht
van meer dan 1550 kg): het luchtvaartuig moet ouder zijn dan drie
maanden of het moet meer dan veertig uur hebben gevlogen.
Verwante onderwerpen
Instellingen voor de garage orders