Home > Selecteren, kopiëren, knippen en plakken
U kunt
in Windows programma's gegevens kopiëren en verplaatsen met de toetscombinaties
[Ctrl+X],
[Ctrl+C]
en [Ctrl+V].
U kunt dat niet alleen toepassen binnen een programma, maar ook van het
ene naar het andere programma.
U selecteert gegevens met de muis door de cursor (knipperende streepje) voor de gegevens die u wilt selecteren te plaatsen, daar in te drukken en over de te selecteren gegevens te slepen.
U kunt gegevens ook met het toetsenbord selecteren. Plaats de cursor (knipperende streepje) voor de gegevens die u wilt selecteren, druk op [Shift] en selecteer de gegevens met de pijltoetsen.
Na de selectie ziet u aan de blauwe blokjes om het geselecteerde voorwerp dat het voorwerp geselecteerd is.
Geselecteerd tekstveld.
Selecteer een onderdeel door erop te klikken (voor teksten, velden of plaatjes: zie hierboven).
Druk op [Ctrl] of [Shift]; houd deze vast en klik op alle volgende onderdelen die u wilt selecteren.
In tekstvelden
kunt u met [Ctrl+A]
alle gegevens in één keer selecteren.
In de opmaak kunt u meerdere gegevens tegelijk selecteren door er met de
muis een kader omheen te trekken, zie Opmaakonderdelen
selecteren.
Allereerst selecteert u de gegevens u wilt kopiëren.
Dan drukt u op [Ctrl-C]; de gegevens worden op het klembord gezet
Vervolgens zet u de cursor op de plaats van bestemming en drukt u op [Ctrl-V]; de gegevens zijn nu gekopieerd.
Allereerst selecteert u de gegevens u wilt verplaatsen.
Dan drukt u op [Ctrl-X]; de gegevens worden op het klembord gezet.
Dan zet u cursor op de plaats van bestemming en drukt u op [Ctrl-V].
Verwante onderwerpen